Het kan voor veel stress zorgen wanneer er een waarschuwingslampje op het dashboard van uw auto gaat branden en u de betekenis van het lampje niet weet. Veel mensen gaan de betekenis van het lampje pas opzoeken wanneer zo’n lampje gaat branden. Weet u wat deze lampjes betekenen?
Alle lampjes op uw dashboard gaan bij het starten van de auto allemaal even branden. Hiermee wordt gecontroleerd of de waarschuwingslampjes in de auto goed werken. Laat lampjes die niet meer werken direct repareren
Allereerst hebben de lampjes verschillende kleuren. En elke kleur geeft daarmee aan of iets fout is of kapot is. Brant er een rood lichtje? Dan is er meteen actie nodig. Het kan om iets ‘onschuldigs’ gaan als de gordel die u nog niet om heeft, maar dat de oliepeil laag is. Bij oranje geldt er een waarschuwing. Bijvoorbeeld bij een lage bandenspanning of een bijna lege tank. Zo snel mogelijk actie ondernemen dus. Groen? Dan is alles prima. Ook geeft groen aan dat er een bepaald systeem is ingeschakeld, bijvoorbeeld de richtingaanwijzers.
Brandt er een rood lampje? Dan is er onmiddellijk actie nodig. Bijvoorbeeld omdat u de gordel nog niet om heeft of de oliepeil laag is.
Wanneer? U het contact van uw auto heeft ingeschakeld en de achterklep nog open staat of niet goed is gesloten.
Actie: Achterklep sluiten. Controleer ook even of de klep goed dicht zit.
Wanneer? Als u de auto start gaat dit waarschuwingslampje kort branden.
Actie: Ziet u het lampje niet branden bij het starten van de auto? Mogelijk is er een storing aan de dynamo, stroomkabels of de aandrijfsnaar. Zet uw auto aan de kant, bel uw garage of de wegenwacht.
Wanneer? Er is een storing in het airbagsysteem. Uw airbag werkt niet. Het lampje verschijnt ook wanneer u handmatig de airbag uitschakelt voor een kinderzitje. Dan is deze melding normaal.
Actie: rijd direct naar uw dichtstbijzijnde garage om het probleem te laten nakijken.
Wanneer? U of uw passagier(s) geen gorden dragen. Vaak hoort u ook een piepende toon als extra waarschuwing. Ook kan het gebeuren dat u deze melding krijgt wanneer u een zwaar voorwerp op één van de stoelen legt. Het lampje gaat namelijk pas aan bij een bepaald gewicht op de stoelen.
Actie: Gordel om en eventuele zware spullen verplaatsen naar de kofferbak.
Wanneer? Als de parkeerrem is ingeschakeld of aangetrokken en u de auto heeft gestart.
Actie: blijft dit lampje branden als u de handrem eraf haalt? Dan kan dit mogelijk een storing in het remsysteem zijn of is er te weinig remvloeistof aanwezig.
Wanneer? Uw motor wordt te heet. Dit heeft vaak te maken met een tekort aan koelvloeistof.
Actie: Parkeer uw auto en voorkom daarmee ernstige schade aan uw motor. Check ook het niveau van de koelvloeistof en vul deze bij of laat uw (dichtstbijzijnde) garage dit voor uw doen. Zorg er voor dat u de juiste koelvloeistof gebruikt (roze/rood of blauw).
Wanneer? Het moment dat u uw motorkap open staat wanneer u het contact van uw auto inschakelt. Of wanneer u de motorkap juist niet goed heeft dichtgedaan.
Actie: Motorkap sluiten en controleren of deze goed dicht zit en blijft.
Wanneer? Uw oliepeil te laag of te hoog is.
Actie: stop de auto meteen als u dit lampje ziet branden tijdens het rijden (denk natuurlijk wel even om de veiligheid voor u gaat afremmen). Controleer het oliepeil, vul bij als dat nodig is of tap de olie af. Heeft dat niet geholpen en blijft het lampje aan? Laat het dan controleren door uw autogarage.
Wanneer? Uw auto staat op de parkeerrem.
Actie: Parkeerrem eraf halen zodra u gaat wegrijden.
Wanneer? Dit lampje knippert als u uw auto start
Actie: Knippert dit lampje niet als u de auto start? Ga dan naar de garage en laat uw auto nakijken.
Wanneer? Er is een storing in het antiblokkeersysteem (ABS)
Actie: Uw remmen doen het nog wel, en dat is het belangrijkste. Wel is het erg belangrijk om de ABS op korte termijn te laten repareren.
Wanneer? De bandenspanning van uw autobanden is laag of een band is lek. Sinds 2014 is het verplicht dat nieuwe auto’s dit vertellen.
Actie: Breng uw banden weer op spanning. We kunnen dat voor u doen terwijl u wacht. Of – indien nodig – vervang uw banden.
Wanneer?Er is door de TPMS sensoren in de wielen waargenomen dat er een verandering in bandenspanning is opgetreden.
Actie: Laat de bandenspanning controleren door uw garage.
Wanneer? Het brandstofpeil is aan de lage kant.
Actie: Tanken. En dan wel zo snel mogelijk.
Wanneer? Uw auto is in noodloop gegaan en u ervaart minder vermogen. Het kan allerlei problemen ontstaan die u zelf mogelijk niet kunt oplossen. Het lampje brandt vaak in combinatie met het tandwieltje met uitroepteken.
Actie: Rijd zo snel mogelijk naar de garage (u vindt ons in Leeuwarden, Drachten en Heerenveen) als u dit lampje ziet branden.
Wanneer? Uw mistlampen zijn ingeschakeld. Dit mag alleen als het zich minder is dan 50 meter. Bij regen mag u deze verlichting niet inschakelen.
Actie: Schakel de mistverlichting weer uit zodra de mist weg is.
Wanneer? Het niet goed gaat met de elektronica of het motormanagement.
Actie: Meteen de stand van de motorolie checken en de koelvloeistof. Als dit lampje knippert is het zaak dat u de auto zo snel mogelijk aan de kant zet.
Wanneer? Uw remblokken zijn versleten.
Actie: Remblokken laten vervangen wanneer u dit lampje ziet. Bij versleten remblokken rijdt u een stuk minder veilig!
Wanneer? er een storing is in de remlichten. Het remlicht werkt niet goed meer en is aan vervanging toe.
Actie: U kunt zelf de remlichten vervangen of we kunnen dit voor u doen in een vestiging bij u in de buurt.
Wanneer? de uitlaat van uw auto is verstopt of kapot. Het kan zijn dat uw auto niet aan de milieueisen voldoet. Doorrijden kan een flinke boete betekenen. Maar ook kan de storing de roetfilter of de motor beschadigen. Rijdt u diesel? Dan heeft uw auto geen roetfilter.
Actie: Laat uw auto zo snel als mogelijk checken in een garage.
Wanneer? Uw auto is klaar voor een onderhoudsbeurt. Het lampje gaat branden na een aantal gereden kilometers.
Actie: Maak een afspraak voor een service beurt.
Wanneer? Wanneer u cruise control heeft ingeschakeld. U rijdt op deze manier op een constante snelheid.
Actie: Cruise control uitschakelen? Trap dan de rempedaal (licht) in.
Wanneer? Uw het mistlicht aan de voorkant aan heeft. Mistlichten mogen alleen branden bij minder zicht dan 50 meter wanneer het mistig is of wanneer het sneeuwt.
Actie: Wordt het zich weer beter en trekt de mist op? Schakel de mistlampen dan uit.
Wanneer? Dit lampje brandt wanneer u parkeersensoren zijn ingeschakeld. Deze geven aan hoeveel ruimte er tussen jouw auto en objecten omheen zit.
Actie: Geen actie vereist. Het lampje geeft u alleen informatie dat de parkeersensoren zijn ingeschakeld.
Wanneer Deze branden wanneer u de richtingaanwijzer gebruikt. Wanneer de alarmlichten gebruikt knipperen beide lichten tegelijk.
Actie: Geen actie vereist.
Wanneer? het groot licht heeft ingeschakeld. Handig op donkere wegen met geen andere weggebruikers voor u. Het groot lich schijnt veel verder dan dimlicht en verlicht de weg dus veel beter.
Actie: Voor uw tegenliggers is het zeker niet prettig als u het groot licht voert. Zij kunnen hierdoor verblinden wat levensgevaarlijk is. Schakel het licht dus tijdig uit als u een tegenligger ziet aankomen.